Zwevende structuren
De nauwe samenwerking tussen ingenieurs en architecten levert ware huzarenstukjes op. Dunne wanden van gewapend beton, houten geraamten van gelijmd gelamelleerd hout en daken van stalen kabels vormen dynamische en organische structuren die aan de wetten van de zwaartekracht lijken te ontsnappen. Een van die structuren is de hyperbolische paraboloïde, een overwelving waarvan de boogvorm herinnert aan een ruiterzadel of aan chips. De grote stevigheid van de dubbele boog maakt een uitzonderlijke spanwijdte mogelijk.
Deze luifel van gewapend beton is maar zeven centimeter dik en bestaat uit vier hyperbolische paraboloïden. De indrukwekkende structuur, waarvan het overhangende gedeelte meer dan twaalf meter lang is, rust op slechts twee schuine steunen.
Het dak in de vorm van een hyperbolische paraboloïde van het auditorium Janson is een van de oudste van dit type dat in Europa is bewaard. Het bestaat uit twee netten van kabels die elkaar onderling opspannen, als een gigantisch visnet. Ze zijn bevestigd aan een periferisch raam van gewapend beton dat op twee zware drievoeten rust.
De balken van gelijmd gelamelleerd hout bestaan uit ontelbare naaldhouten planken die aan elkaar zijn gekleefd. Ze zijn even sterk als massief hout maar kunnen een kromming en lengte krijgen die de natuur onmogelijk voort kan brengen.
De zwaartekracht, vijand nummer een van de stabiliteit, wordt op alle vlakken verslagen; in de architectuur lijkt het alsof kunstenaars aan de hemel diafane vormen willen ophangen die nieuwe ruimten afbakenen waaraan ze het vluchtige karakter van gedaanteverwisselingen zouden willen geven. Léon Stynen (Habitat Habitations, nr. 11-12, 1958).